ISBN-13: 9789067181532 / Holenderski / Miękka / 1999 / 450 str.
In 1954 trad het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden in werking. Suriname en de Nederlandse Antillen verkregen de status van autonoom rijksdeel en regelden sindsdien hun binnenlandse aangelegenheden zelfstandig. De verantwoordelijkheid voor buitenlandse betrekkingen, defensie en het waarborgen van fundamentele menselijke rechten en vrijheden deelden Suriname en de Nederlandse Antillen met Nederland. Tussen 1958 en 1961 ondernam de Surinaamse regering pogingen de autonomie van Suriname uit te breiden en een stap te zetten richting onafhankelijkheid. De Rondetafelconferentie van 1961, georganiseerd op initiatief van Paramaribo, leverde door tegenwerking van Nederland, onverschilligheid van Antilliaanse zijde en onenigheid tussen de Surinaamse coalitiepartners niet het door Suriname beoogde resultaat op. In dit boek worden de Nederlands-Surinaamse betrekkingen gereconstrueerd tegen de achtergrond van het proces van dekolonisatie waarin Suriname was verwikkeld. De drie factoren die dit proces bepaalden--Nederland, Suriname en de internationale gemeenschap--worden apart en in hun onderlinge samenhang beschreven. Dekolonisatie wordt beschouwd als een proces met staatkundig-politieke, economische en culturele aspecten. Bijzondere aandacht is er voor de rol van het Surinaams nationalisme.