Ik zit in een tuin. Ik adem. De tuin is van vorm veranderd. Een vlieg landt op mijn arm. De tuin is van vorm veranderd. Ik zit in een tuin en kijk over een dak naar de hemel.
Ik zit in een tuin. Ik adem. De tuin is van vorm veranderd. Een vlieg landt op mijn arm. De tuin is van vorm veranderd. Ik zit in een tuin en ...