ISBN-13: 9781616406820 / Holenderski / Miękka / 2012 / 338 str.
ISBN-13: 9781616406820 / Holenderski / Miękka / 2012 / 338 str.
Utrecht, met tekeningen en wandelkaarten. Craandijk, de dominee die van wandelen hield, deed verslag van zijn tochten in de serie Wandelingen door Nederland (1875-1888). Wandelend door Utrecht constateert Craandijk bij Nederlanders, i.t.t. tot bijvoorbeeld de Fransen, een gebrek aan kennis van regionale verhalen en van de vaderlandse geschiedenis. Ook vindt hij dat het land arm is aan kunstschatten omdat vreemdelingen ze "ruilen voor geld" terwijl gemeentebesturen "de belangrijke gebouwen" verkopen aan de slopers. Kennelijk is niets menselijks de 19de eeuwers vreemd. Craandijk reist van Utrecht naar Doorn per tram en schrijft bijna lyrisch over dit "jongste en begeerlijkste onzer openbare middelen van vervoer." Tijdens een wandeling langs de Vecht vergast Craandijk de lezer op Romeinse geschiedenis en beschrijvingen van de prachtige buitenplaatsen aan deze rivier. Jacobus Craandijk (1834-1912) was predikant, leraar, schrijver en tekenaar. Hij was oprichter van een wandelgenootschap en deed verslag van zijn omzwervingen in de serie Wandelingen door Nederland (1875-1888). Craandijk stamde uit een oude Amsterdamse familie. De Craandijken behoorden tot de welvarende burgerij. De familie woonde 's winters in en 's zomers buiten de stad. De jonge Craandijk groeide op "deels als een wel opgevoed stedeling, deels als een vrij buitenkind." Van deze "in vrijheid gesleten jeugd," heeft Craandijk diens zin voor "buiten" opgedaan, die hem levenslang heeft gekenmerkt.
Utrecht, met tekeningen en wandelkaarten. Craandijk, de dominee die van wandelen hield, deed verslag van zijn tochten in de serie Wandelingen door Nederland (1875-1888).Wandelend door Utrecht constateert Craandijk bij Nederlanders, i.t.t. tot bijvoorbeeld de Fransen, een gebrek aan kennis van regionale verhalen en van de vaderlandse geschiedenis. Ook vindt hij dat het land arm is aan kunstschatten omdat vreemdelingen ze "ruilen voor geld" terwijl gemeentebesturen "de belangrijke gebouwen" verkopen aan de slopers. Kennelijk is niets menselijks de 19de eeuwers vreemd. Craandijk reist van Utrecht naar Doorn per tram en schrijft bijna lyrisch over dit "jongste en begeerlijkste onzer openbare middelen van vervoer."Tijdens een wandeling langs de Vecht vergast Craandijk de lezer op Romeinse geschiedenis en beschrijvingen van de prachtige buitenplaatsen aan deze rivier.Jacobus Craandijk (1834-1912) was predikant, leraar, schrijver en tekenaar. Hij was oprichter van een wandelgenootschap en deed verslag van zijn omzwervingen in de serie Wandelingen door Nederland (1875-1888). Craandijk stamde uit een oude Amsterdamse familie. De Craandijken behoorden tot de welvarende burgerij. De familie woonde s winters in en s zomers buiten de stad. De jonge Craandijk groeide op "deels als een wel opgevoed stedeling, deels als een vrij buitenkind." Van deze "in vrijheid gesleten jeugd," heeft Craandijk diens zin voor "buiten" opgedaan, die hem levenslang heeft gekenmerkt.