De plaats van de mondziekten, kaak- en aangezichtschirurgie in de tandheelkunde.- Anamnese en onderzoek.- De medisch complexe patiënt en medisch-tandheelkundige interactie.- De verwijzing.- Lokale anesthesie.- Afwijkingen van het mondslijmvlies, het tandvlees en de tong.- Huidafwijkingen van het aangezicht.- Gebitsextractie.- Dentogene ontstekingen.- Geïmpacteerde en geretineerde gebitselementen.- Dentogene cysten en tumoren.- Botafwijkingen.- Afwijkingen van de speekselklieren.- De sinus maxillaris.- Het temporomandibulaire gewricht.- Tandletsels.- Kaak- en aangezichtsfracturen.- De kaakcorrectie.- Lip-, kaak- en verhemeltespleten.- Preprothetische en implantologische chirurgie.- Reconstructieve chirurgie van de onder- en bovenkaak.- Snurken en obstructief slaapapneusyndroom.- Het gebruik van pijnstillers.
Het werkterrein van de kaakchirurg bevindt zich op het raakvlak van de tandheelkunde en de geneeskunde. Hierdoor is er sprake van een nauwe samenwerking met uiteenlopende specialisten, zoals de tandarts, de huisarts, de orthodontist, de keel- neus- en oorarts, de huidarts en de plastisch chirurg. In het onderwijs aan studenten tandheelkunde wordt altijd ruim besteed aan afwijkingen en aandoeningen op het gebied van mondziekten en kaakchirurgie. Het is voor de tandarts-algemeen practicus belangrijk zijn kennis op dit gebied bij te houden. In Mondziekten, kaak- en aangezichtschirurgie beschrijven de deskundige auteurs uitgebreid de meest voorkomende problemen waarmee de tandarts kan worden geconfronteerd. Er wordt ruim aandacht besteed aan anamnese, speciaal onderzoek en diagnostiek. Daarnaast worden chirurgische behandelingen van uiteenlopende verworven en aangeboren afwijkingen behandeld. Denk hierbij aan afwijkingen die verband houden met trauma's van het gebit en aangezichtsskelet, aandoeningen van het kaakbot, het kaakgewricht en sinus maxillaris, de hals, de speekselklieren en het mondslijmvlies, groei- en ontwikkelingsstoornissen van het gelaat, tumoren in het gelaat, dermatologie, implantologie en slaapgerelateerde stoornissen. Deels kunnen deze aandoeningen in de algemene praktijk worden behandeld en deels betreft het behandelingen van meer specialistische aard. Voor de algemeen practicus is het relevant van de laatste specialistische behandelmethoden op de hoogte te zijn in verband met voorlichting aan de patiënt en noodzakelijke tandheelkundige vervolgbehandelingen.